En murer
Een metselaar


  • mu·rer

murer

  1. zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van mure
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   murer     mureren     murere     murerne  
genitief   murers     murerens     mureres     murernes  

murer, m

  1. (beroep) metselaar
  • Zie Wikipedia voor meer informatie. (in het Noors)

murer

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van mur

murer

  1. nominatief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van mure


  • mu·rer

murer

  1. nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van mure