murar
- mu·rar
- Naamwoord van handeling van het Noorse werkwoord mura met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | murar | muraren | murarar | murarane |
murar
- nominatief onbepaald mannelijk meervoud van mur
murar, m
Naar frequentie | 11672 |
---|
murar
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van mura
murar
- nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van mur