• mu·ra

mura

  1. verleden tijd van mure
  2. voltooid deelwoord van mure

mura, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van mure


  • mu·ra

mura

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast mure, zie aldaar

mura

  1. verleden tijd van mura
  2. voltooid deelwoord van mura

mura

  1. verleden tijd van mure
  2. voltooid deelwoord van mure

mura, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van mure

mura

  1. verouderde spelling of vorm van mure tot 2012
(verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud van mure, v