Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mu·ren

Zelfstandig naamwoord

de murenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord muur


Noors

Woordafbreking
  • mu·ren

Zelfstandig naamwoord

muren m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van mur

Zelfstandig naamwoord

muren m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van mure


Nynorsk

Woordafbreking
  • mu·ren

Zelfstandig naamwoord

muren m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van mur


Zweeds

Woordafbreking
  • mu·ren

Zelfstandig naamwoord

muren m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van mur