Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mul·ti·tas·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord multitasking -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de multitaskingm

  1. (informatica) het gelijktijdig verrichten van verschillende taken door één apparaat of organisatie
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie