• mui·zen·plaag
enkelvoud meervoud
naamwoord muizenplaag muizenplagen
verkleinwoord

de muizenplaagv / m

  1. een hinderlijk grote hoeveelheid muizen
     Uit satellietbeelden blijkt dat de muizenplaag in Friesland zich nog steeds uitbreidt.[2]
     De muizenplaag lijkt zich uit te breiden. Er zijn ook al tientallen meldingen van muizenschade gemeld door boeren in Groningen, Drenthe, Overijssel, Utrecht en Zuid-Limburg. De plaag wordt vermoedelijk veroorzaakt door de zachte winter van vorig jaar en door het relatief warme voorjaar.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Ook in Zuid-Limburg hebben boeren schade door muizen” (Donderdag 12 februari 2015, 11:36), NOS
  3.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Taxatie Friese muizenschade begonnen” (Vrijdag 20 februari 2015, 20:38), NOS