muisarm
- muis·arm
- In de betekenis van ‘aandoening door het gebruik van een computermuis’ voor het eerst aangetroffen in 1994 [1]
- samenstelling van muis en arm [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | muisarm | muisarmen |
verkleinwoord | muisarmpje | muisarmpjes |
de muisarm m
- (medisch) aandoening in de arm als gevolg van zeer eenzijdige belasting zoals het gebruik van een computermuis en/of toetsenbord
- ik had al een muisarm voordat ik een muis gebruikte!!
- Het woord muisarm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "muisarm" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "muisarm" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ muisarm op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be