mozaïekvirus
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: mozaïekvirus (hulp, bestand)
- IPA: / mozaˈikfirʏs / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- mo·za·iek·vi·rus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mozaïek zn en virus zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mozaïekvirus | mozaïekvirussen |
verkleinwoord | mozaïekvirusje | mozaïekvirusjes |
Zelfstandig naamwoord
het mozaïekvirus o
- (biologie) (virussen) verzamelnaam voor zeer schadelijke en wijdverbreide plantenvirussen die een mozaïekpatroon op hun gastheer achterlaten
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'mozaïekvirus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.