monotype
- mo·no·ty·pe of mo·no·type
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | monotype | monotypen monotypes |
verkleinwoord |
- zetmachine voor afzonderlijke letters en een bedrijf die deze machines maakt
- Dat experiment mondde in 1965 uit in de Albertina, de letter die Monotype als eerste koos voor haar fotografische zetsysteem. Zes jaar werkte Brand dagelijks aan de Albertina, die in totaal 368 kapitalen, onderkast, leestekens en cijfers telt. [1]
- druktechniek voor het maken van maar één afdruk
- „De verzameling is de optelsom van al hun voorkeuren en specialismen. Twee generaties geleden kocht men bijvoorbeeld prenten van Gauguin, of de prachtige monotype die Degas maakte van drie mistroostige prostituees. Wereldberoemde grafiek, die nu haast onbetaalbaar is geworden. [2]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord monotype staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.