money
- mo·ney
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘geld’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1623 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | money | - |
verkleinwoord | - | - |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord money staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Geluid: money (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /ˈmʌni/
enkelvoud | meervoud |
---|---|
money | - |
money
- easy money
- gemakkelijk verdiend geld
- to save money up
- geld sparen
- to make money on something
- winst maken op
- to make good money on something
- veel geld verdienen van iets
- money does not grow on trees
- het is niet gemakkelijk om geld te verdienen
- (figuurlijk) I'm not made of money
- ik heb niet veel geld
- (figuurlijk) money talks
- geld beïnvloeden dingen
- (figuurlijk) to throw money at something
- een probleem oplossen door er geld aan te besteden
- to get money's worth
- goede waarde krijgen voor iets waarvoor je betaalt hebt
- money is power
- als je geld hebt, heb je macht
- in the money
- rijk
- in een winnende positie in een race of competitie