• mond·re·cla·me
enkelvoud meervoud
naamwoord mondreclame mondreclames
verkleinwoord

de mondreclamev / m

  1. informele reclame die mondeling wordt overgedragen tussen gebruikers
     Dus hoop ik maar, dat heel veel mensen me zullen vragen wie mijn jurk heeft ontworpen, dan gaat de mondreclame vanzelf lopen en heeft Danny het gemaakt! Ik sta te trappelen om te zien wat hij gemaakt heeft.[1]
  1. “Shopaholic zegt ja” (2019), The House of Books, ISBN 9789044346176