Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mol·mig
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen molmig
verbogen molmige
partitief molmigs

Bijvoeglijk naamwoord

molmig

  1. door houtrot aangetast, bestaand uit vergaan hout
    • Ze nam zijn hand en trok hem mee, de molen in. De teer was op sommige plaatsen in de naden gesmolten; een scherpe lucht van oud hout en pek en molmig stof danste grijsgoudig in de gedrongen ruimte. [2]

Gangbaarheid

Verwijzingen