Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mol·mi·ge
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

molmige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van molmig
    • 't Enige raam gaf uitzicht op 'n dor bleekveldje, met 'n regenbak en 'n privaat, afgesloten door hoge, molmige schutting. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen