molenspel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mo·len·spel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | molenspel | molenspellen |
verkleinwoord | molenspelletje | molenspelletjes |
Zelfstandig naamwoord
het molenspel o
- bordspel waarbij men moet proberen 3 schijven op een rij te krijgen om de schijven van de tegenstander te kunnen slaan
- Aan de ene kant is het een speelbord met 64 velden waarop kan worden geschaakt, aan de andere kant een bord voor het molenspel. In opengeklapte toestand vormt het een triktrak- ofwel backgammonbord. Hiermee had de bezitter alle benodigdheden in de hand voor de drie-eenheid van middeleeuwse bordspelen; het molenspel voor een aantal snelle partijtjes, schaken voor de lange intelligente uitdaging en tafelspel voor de rest van de tijd. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'molenspel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "molenspel" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Madoc. Jaargang 1996 Annemarieke Willemsen Annemarieke Willemsen Van allen spele: Scaec of werptafelspel
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be