• (IPA in voorbereiding)
  • moe·ras·kers
enkelvoud meervoud
naamwoord moeraskers moeraskersen
verkleinwoord moeraskersje moeraskersjes

de moeraskersv / m

  1. (bloemplanten) Rorippa palustris   een in West- en Midden-Europa algemeen voorkomende eenjarige of zelden meerjarige plant uit de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae  )
    • De moeraskers groeit op natte tot vochtige standplaatsen, met een stikstofhoudende bodem.