• moe·kim
enkelvoud meervoud
naamwoord moekim moekims
verkleinwoord - -

de moekimm

  1. bestuurlijke eenheid in Atjeh (oorspronkelijk een of meer dorpen of gehuchten die samen een moskee deelden, vergelijkbaar met een kerspel of parochie in het Nederlands)
4 % van de Nederlanders;
2 % van de Vlamingen.[2]
  1. Het Atjehse woord is zeker weer ontleend aan het Arabisch, maar het is in het Nederlands gangbaar geworden ten tijde van de Atjehoorlog in de specifieke, hier vermelde betekenis. De etymologische bronnen die dit niet vermelden zijn daardoor wat misleidend.
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be