• moe·ge·tergd
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen moegetergd moegetergder moegetergdst
verbogen moegetergde moegetergdere moegetergdste
partitief moegetergds moegetergders -

moegetergd

  1. zolang geplaagd en tegengewerkt dat men er door is uitgeput
    • Rosenthal protesteert pas als een moegetergde president Abbas bij de VN een aanvraag indient tot erkenning van de staat Palestina, binnen de internationaal erkende grenzen, conform het internationaal recht. [1] 
    • Op 17 december stak Bouazizi, zichzelf in brand, moegetergd door corrupte politieagenten. Zijn gruwelijke zelfmoord bracht de manifestaties tegen het regime van Ben Ali op gang. Op Bouzizi's begrafenis scandeerde 5000 demonstranten: 'Vaarwel Mohamed, we zullen je wreken. Vandaag huilen we om je, maar we zullen degenen die jouw dood veroorzaakten ook laten huilen.' [2] 
    • Toen de familie weer thuis was, stuurde Marshall enkele boze brieven naar het kantoor in Engeland en het hoofdkwartier in Ierland. Hij eiste zijn geld terug, maar een antwoord zou hij nooit krijgen. Vervolgens stapte de man moegetergd naar de rechtbank. [3] 
51 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[4]