moduleerbaar
- mo·du·leer·baar
- Naamwoord van handeling van moduleren met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | moduleerbaar | moduleerbaarder | moduleerbaarst |
verbogen | moduleerbare | moduleerbaardere | moduleerbaarste |
partitief | moduleerbaars | moduleerbaarders | - |
moduleerbaar
- met de mogelijkheid te kunnen variëren
- Een radiosignaal kan moduleerbaar in sterkte (AM) of in frequentie (FM) zijn.
- Het woord moduleerbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.