Nederlands

 
modetijdschrift
Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·de·tijd·schrift
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord modetijdschrift modetijdschriften
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het modetijdschrifto

  1. periodiek uitgegeven drukwerk waarin men modieuze kleding presenteert
     Vergeleken met deze foto maken andere afbeeldingen van Blanchett een plastic indruk. Het aprilnummer van het modetijdschrift Harper’s Bazaar plaatste haar ook op de cover, maar dan met een perfect gladde porseleinen huid en benevelde blik.[1]
     Vanuit christelijk perspectief is het gezicht van een kind met het syndroom van Down daarom oneindig veel mooier dan een gefotoshopt model op de omslag van een modetijdschrift. Het model kan misschien knap zijn, maar ieder mens is mooi. Deze waardigheid van ieder mens is gebaseerd op onze schepping door een liefdevolle en barmhartige God, Die ons naar Zijn beeld maakte.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “De duivelse ideologie van Photoshop” (10-04-2012), Reformatorisch Dagblad
  2.   Weblink bron
    Albert Mohler
    “Boek en film ”Vijftig tinten grijs” tonen uitholling Westen” (16-02-2015), Reformatorisch Dagblad