Nederlands

 
modelwoning
Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·del·wo·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord modelwoning modelwoningen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de modelwoningv

  1. voorbeeld van een volledig ingerichte woning om te laten zien hoe de nog te bouwen woningen er uit kunnen zien
    • De tour begint aan een computertafel in een verduisterde ruimte. Op die tafel projecteert Wolfers een bouwtekening van een modelwoning. Klanten kunnen de verdieping zelf indelen met driedimensionale prints van het meubilair, van een wc-pot tot een hometrainer. Vervolgens wordt het huis op werkelijke schaal op de vloer geprojecteerd. De virtual reality-bril doet de rest. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Eppo König 15 september 2012
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be