mobilblotter
- mo·bil·blot·ter
- Samenstelling van mobil bn "mobiel" en blotter zn "exhibitionist" met het achtervoegsel -er, voor het eerst aangetroffen in 2001 [1]
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
mobilblotter
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van blotte
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | mobilblotter | mobilblotteren | mobilblottere | mobilblotterne |
genitief | mobilblotters | mobilblotterens | mobilblotteres | mobilblotternes |
mobilblotter, m
- (neologisme) een exhibitionist, die met een mobieltje een vrouw opbelt, voor de lopende telefooncamera zijn geslachtsdeel blootstelt en vervolgens onaneert