• mi·ni·bus
  • afgeleid van bus (bet. 1) met het voorvoegsel mini-
enkelvoud meervoud
naamwoord minibus minibussen
verkleinwoord minibusje minibusjes

de minibusm

  1. kleine bus, met name gebruikt in Azië
    • Vrijwel iedereen reist per minibus of express-bus en boekt een 'open tour' van Ho Chi Minh City naar Hanoi.[1] 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]
  1. Vervoer in Vietnam, zuidoostazie.nl
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be