minderheidscollege
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: minderheidscollege (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmɪndərˌhɛitskɔˌleʒə / (6 lettergrepen)
Woordafbreking
- min·der·heids·col·le·ge
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van minderheid zn en college zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | minderheidscollege | minderheidscolleges |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het minderheidscollege o
- (politiek) dagelijks bestuur van een gemeente of provincie dat gesteund wordt door een coalitie die geen meerderheid in de volksvertegenwoordiging heeft
Een dergelijk bestuur kan omstreden besluiten alleen uitvoeren met steun van telkens andere partijen buiten de coalitie.- ▸ De coalitie gaat door als een minderheidscollege, een unicum in het lokale bestuur. Al snel blijkt waarom: voor ieder besluit is de coalitie afhankelijk van de grillen van de oppositie.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'minderheidscollege' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Hugo Logtenberg“Rancune aan zee” (15 maart 2014) op nrc.nl