milieuschuld
- mi·li·eu·schuld
- samenstelling van milieu zn en schuld zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | milieuschuld | milieuschulden |
verkleinwoord |
- het teveel aan schade dat aan de leefomgeving is toegebracht
- ▸ Net zoals deze generatie volgende generaties niet mag opzadelen met een onhoudbare staatsschuld, mogen we ook geen milieuschuld doorgeven. De realiteit is dat het klimaatbeleid raakt aan onze hele manier van wonen, werken en leven. Tegelijkertijd biedt een ambitieus klimaatbeleid kansen voor de innovatiekracht van Nederland.[1]
- ▸ In een verwijzing naar een speech van D66-leider Alexander Pechtold onlangs zei ze dat stippen aan de horizon voor GroenLinks te vaag zijn. Halsema belooft de Nederlandse economie te vergroenen en de milieuschuld niet naar volgende generaties door te schuiven.[2]
- ▸ Reizen heeft ook schadelijke effecten. De reiziger kan zijn 'milieuschuld' wel afbetalen met bomen. Peter Jacobs[3]
1. het teveel aan schade dat aan de leefomgeving is toegebracht
- Het woord 'milieuschuld' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “De volledige troonrede: 'Meer mensen moeten merken dat het beter gaat'” (18-09-2018), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Halsema: GroenLinks wil graag regeren” (28 november 2009), Het Parool
- ↑ Weblink bron “Denk na voor je reist” (15 MAART 2007), De Standaard