migrantentaal
- mi·gran·ten·taal
- samenstelling van migrant en taal met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | migrantentaal | migrantentalen |
verkleinwoord | migrantentaaltje | migrantentaaltjes |
- taal van het land van herkomst die bij sommigen nog in gebruik is
- Het woord 'migrantentaal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.