Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mi·gran·ten·taal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord migrantentaal migrantentalen
verkleinwoord migrantentaaltje migrantentaaltjes

Zelfstandig naamwoord

de migrantentaalv / m

  1. taal van het land van herkomst die bij sommigen nog in gebruik is

Gangbaarheid