Oudhoogduits

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *meduz

Zelfstandig naamwoord

metu m

  1. mede


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·tu

Zelfstandig naamwoord

metu

  1. genitief enkelvoud van met
  2. datief enkelvoud van met
  3. locatief enkelvoud van met

Zelfstandig naamwoord

metu

  1. accusatief enkelvoud van meta

Werkwoord

metu

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord mést