Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·ta·meer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord metameer metameren
verkleinwoord metameertje metameertjes

Zelfstandig naamwoord

het metameero

  1. (biologie) elk van de segmenten waaruit bepaalde dieren zijn opgebouwd
  2. (scheikunde) ongelijke verdeling in een koolstofketen van de koolstofatomen aan beide zijden van een functionele groep
stellend
onverbogen metameer
verbogen metamere

Bijvoeglijk naamwoord

metameer

  1. gesegmenteerd

Verwijzingen

Gangbaarheid

Meer informatie