• me·ta·meer
enkelvoud meervoud
naamwoord metameer metameren
verkleinwoord metameertje metameertjes

het metameero

  1. (biologie) elk van de segmenten waaruit bepaalde dieren zijn opgebouwd
  2. (scheikunde) ongelijke verdeling in een koolstofketen van de koolstofatomen aan beide zijden van een functionele groep
stellend
onverbogen metameer
verbogen metamere

metameer

  1. gesegmenteerd