mercantilistisch
- mer·can·ti·lis·tisch
- afgeleid van mercantilist met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | mercantilistisch | mercantilistischer | |
verbogen | mercantilistische | mercantilistischere | |
partitief | mercantilistisch | mercantilistischers | - |
mercantilistisch [1]
- betrekking hebbend op het mercantilisme
- Het woord mercantilistisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.