menger
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- men·ger
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van mengen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | menger | mengers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- iemand die mengt
- apparaat waarmee men kan mengen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord menger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "menger" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be