mendicabeer

Nederlands

Vrouwtje

Uitspraak

• Geluid:  mendicabeer    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• men·di·ca·beer

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  mendica zn  en  beer zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	mendicabeer	mendicaberen
verkleinwoord	mendicabeertje	mendicabeertjes

Zelfstandig naamwoord

de mendicabeer m

1. (vlinders) Diaphora mendica  een dagactieve nachtvlinder uit de familie van de spinneruilen (Erebidae), onderfamilie beervlinders (Arctiinae)

Hyperoniemen

• beervlinders, spinneruilen, vlinders, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'mendicabeer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.