meezeulen
- mee·zeu·len
- samenstelling van mee bw en zeulen ww
meezeulen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
meezeulen |
zeulde mee |
meegezeuld |
zwak -d | volledig |
- overgankelijk (informeel) met veel moeite met je meedragen
- Mijn moeder sjokte bozig zwijgend de vier steile trappen op, een zware tas met zich meezeulend. "Een brandblusser. Voor het geval dat." [1]
- Door de warmte kan het drukker worden bij de alarmcentrale van de ANWB dan normaal. Broekhuis: "Ook de auto lijdt onder het weer. Het voertuig moet veel meer spullen meezeulen dan normaal. Daarbij is het ook nog eens extreem warm. Dat zorgt ervoor dat bepaalde onderdelen kunnen uitvallen." [2]
- Het woord meezeulen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meezeulen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Het Parool 4 oktober 2017 De vele onuitwisbare herinneringen aan de Bijlmerramp
- ↑ Tubantia H. de Vries 3 juli 2015 ANWB: Zorg voor genoeg levensmiddelen onderweg
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be