meetkundig
- Geluid: meetkundig (hulp, bestand)
- meet·kun·dig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | meetkundig | meetkundiger | meetkundigst |
verbogen | meetkundige | meetkundigere | meetkundigste |
partitief | meetkundigs | meetkundigers | - |
meetkundig [1]
- tot de meetkunde behorend
- Pythagoras was een meetkundig genie.
- Het woord meetkundig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meetkundig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be