Nederlands

 
meetapparaat
Uitspraak
Woordafbreking
  • meet·ap·pa·raat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meetapparaat meetapparaten
verkleinwoord meetapparaatje meetapparaatjes

Zelfstandig naamwoord

het meetapparaato

  1. toestel waarmee men metingen kan verrichten; toestel waarmee men een grootheid kan bepalen
     Astronomen hebben vijftig nieuwe planeten buiten ons zonnestelsel ontdekt. Ze zijn waargenomen met een extreem gevoelig meetapparaat van de Europese Zuidelijke Sterrenwacht in Chili.[2]
     Moet al dat gemeet nou echt, konden de koks en inkopers zelf niet bedenken om wat zuiniger in te kopen? Volgens Biesma geeft het systeem hun nu pas echt inzicht in wat er overblijft van welk product. "Meten is weten." Hij denk dat het meetapparaat de toekomst is voor ziekenhuizen, zorginstellingen, opleidingen, eigenlijk overal waar ingekocht en gekookt wordt voor grote groepen mensen.[3]
     Iedereen kan vanuit huis aan het onderzoeksproject meewerken, met behulp van gedetailleerde kaarten van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN). "Het komt erop neer dat er een vliegtuig over Nederland heeft gevlogen met daarin een meetapparaat dat laserstralen naar het aardoppervlak uitzond", vertelt Kaptijn. "Die stralen gingen door bomen en braamstruiken heen en werden daarna weer teruggekaatst. Daardoor konden ook de hoogtes van gebieden met veel bos heel precies in kaart worden gebracht."[4]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Vijftig nieuwe exoplaneten ontdekt” (12 september 2011, 20:26), NOS
  3.   Weblink bron “Van salades tot soep, ministerie meet eigen voedselverspilling” (3 september 2019, 08:58), NOS
  4.   Weblink bron “Zoeken naar prehistorische grafheuvels vanuit je luie stoel” (6 april 2020, 14:10), NOS