meesteroplichter
- mees·ter·op·lich·ter
- samenstelling van meester zn en oplichter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meesteroplichter | meesteroplichters |
verkleinwoord |
de meesteroplichter m
- (misdaad) iemand die anderen heel goed weet te bedriegen
- ▸ Hoofdpersoon Ostap Bender is een meesteroplichter, die voor God noch gebod bang is.[1]
- ▸ Meesteroplichter Nicolás wist met zijn geklets onder meer toegang te krijgen tot de vip-box van Real Madrid. Ook was hij aanwezig bij tal van bijeenkomsten van de Partido Popular en stond zelfs het privénummer van de koning in zijn telefoon.[2]
- Het woord meesteroplichter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact , ISBN 9789045024875
- ↑ Weblink bron “Amerikaan van 18 doet zich voor als hoge politicus op school” (23-02-2016), NOS