meesterknecht
- mees·ter·knecht
- In de betekenis van ‘eerste knecht’ voor het eerst aangetroffen in 1450 [1]
- samenstelling van meester ww en knecht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meesterknecht | meesterknechten meesterknechts |
verkleinwoord | - | - |
de meesterknecht m
- (beroep) eerste knecht, onderbaas
- (wielrennen) of superknecht, de voornaamste knecht van een kopman
- ▸ Wout Poels, meesterknecht voor Team Ineos, grapt dat hij maar beter zijn gravelbike kan meenemen. ‘We moeten er maar mee dealen. Dit is het parcours.’[2]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord meesterknecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "meesterknecht" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Rob Gollin“De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant