meerwaardebelasting
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- meer·waar·de·be·las·ting
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van meerwaarde en belasting [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meerwaardebelasting | meerwaardebelastingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de meerwaardebelasting v
- (juridisch), (financieel) belasting op de winst die gemaakt wordt bij de verkoop van aandelen, vastgoed e.d.
- Op de gerealiseerde meerwaarde is in Portugal een meerwaardebelasting van 28 % verschuldigd door niet-inwoners.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord meerwaardebelasting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ W. Vermeulen, B. Verdickt, Buitenlandse vakantiewoningen en fiscus 2016, p. 27, 2016