- In de betekenis van ‘gemene weide’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
- [2]
de meent v / m
- weidegrond in gemeenschappelijk bezit
- In voorbije eeuwen waren meenten een gewoon verschijnsel.
- tot op heden komen succesvolle meenten in sommige gebieden voor, zoals in de Zwitserse Alpen, zonder dat hier overbegrazing of uitputting optreedt.
meent
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van menen
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van menen
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van menen
- Elk meent z'n uil een valk te zijn.
een ouder meent dat diens eigen kinderen beter/slimmer/etc. zijn dan andermans kinderen
95 % |
van de Nederlanders;
|
83 % |
van de Vlamingen.[3]
|