0:08 legen van een meelzak
  • meel·zak
enkelvoud meervoud
naamwoord meelzak meelzakken
verkleinwoord meelzakje meelzakjes

de meelzakm

  1. zak waarin meel zit of bestemd om meel te bevatten
    • Mijn rampzaligste kerst ooit was in Ghana in 2001. Ik lag in mijn eentje op een bed van oude meelzakken en aan het plafond hing een ventilator die enkel in de maximale stand kon en me zo ongeveer wegblies. Ik lag op de bovenste verdieping van een verder uitgestorven hotel en o ja, ik had malaria. [2] 
    • Op de begane grond domineert de graanmaalderij. Een meelzak hangt aan de installatie.[3] 
    • De marechaussee in Westerbork had weinig te doen: „De Joden waren allemaal netjes, eerlijk en lijdzaam.” Klaas wist vaak niet wat er in de goederenwagons zat, het konden ook meelzakken zijn.[4] 
95 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[5]