• mee·ge·maakt
vervoeging van: meemaken…
verbogen vorm: meegemaakte

meegemaakt

  1. voltooid deelwoord van meemaken
     Nog nooit had ik dit soort temperaturen meegemaakt.[1]
     Wie dit soort momenten heeft meegemaakt, weet dat de geschiedenis van volkeren wordt bepaald door de uitslag van de grote slagen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691