• mee-eter
enkelvoud meervoud
naamwoord mee-eter mee-eters
verkleinwoord mee-etertje mee-etertjes

de mee-eterm

  1. (medisch) een puistje, gewoonlijk in het gelaat ontstaan door verstopping van een haarzakje
    • Veel tieners hebben last van mee-eters en jeugdpuistjes. 
  2. iemand die mee-eet
96 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]