• me·di·aan
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘zwaartelijn in driehoek’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1872 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord mediaan medianen
verkleinwoord

de mediaanv / m

  1. (wiskunde) zwaartelijn; lijn die een hoekpunt van een driehoek verbindt met het midden van de overstaande zijde
  2. (wiskunde) middelste van een gesorteerde rij getallen, dan wel het gemiddelde van de twee middelste getallen
86 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]