• me·de·ver·dach·te
enkelvoud meervoud
naamwoord medeverdachte medeverdachten
verkleinwoord

de medeverdachtev / m

  1. (juridisch) iemand die verdacht wordt om samen met iemand anders een misdaad gepleegd te hebben
     Zijn medeverdachte, een man van 41 uit Putten, kreeg 3 jaar cel. Hij had van de rechtbank 4 jaar opgelegd gekregen.[1]
     Hoofdverdachte Peter van den H. zou 312.000 euro aan steekpenningen hebben aangenomen. Bij een inval in zijn huis in het voorjaar van 2018 zouden 22 exclusieve racefietsen, tientallen luxe horloges en dure merkschoenen zijn aangetroffen. Ook een luxe keuken werd door een wegenbouwer betaald. Medeverdachte Cor D. zou voor 106.000 euro aan steekpenningen hebben ontvangen.[2]
  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Tot 5,5 jaar cel voor grootschalige mensensmokkel” (Dinsdag 13 oktober 2020, 16:57), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “'Rotterdamse ambtenaren lieten zich omkopen door Brabantse wegenbouwers'” (Woensdag 7 oktober 2020, 00:11), NOS