maturiteit
- Geluid: maturiteit (hulp, bestand)
- IPA: /'matyritɛit/
- ma·tu·ri·teit
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘volwassenheid’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1] [2]
- afgeleid van matuur met het achtervoegsel -iteit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maturiteit | |
verkleinwoord |
- het tot volle wasdom en rijpheid zijn gekomen
- De terugkerende Desmet moet als nieuwe hoofdredacteur 'met zijn ervaring en maturiteit het jonge en talentvolle team van De Morgen inspireren', schrijft De Persgroep. Desmet wordt bijgestaan door de 33-jarige Brecht Decaestecker. [4]
- Ook voor aanranding van de eerbaarheid - de seksuele aanrakingen zonder penetratie - werd ze vrijgesproken. Volgens het hof had de vrouw niet de intellectuele capaciteit en maturiteit om te beseffen dat dergelijke aanrakingen een toestemming vereisen. [5]
- (medisch) de mate waarin een baby volgroeid is bij de geboorte
- Het woord maturiteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "maturiteit" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "maturiteit" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ maturiteit op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Het Parool JUST FONTEIN 12 NOVEMBER 2012 Opnieuw hoofdredacteurswissel bij Vlaamse krant de Morgen
- ↑ Het Parool 13 OKTOBER 2011 Verkrachtster gaat vrijuit door lacune in wetgeving
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be