• ma·te·ri·aal·pech
enkelvoud meervoud
naamwoord materiaalpech
verkleinwoord

de materiaalpechm

  1. onvoorziene schade aan zaken die men nodig heeft om een bepaalde taak te volbrengen
     Het was wederom een bewogen eerste koersweek van het jaar voor Tom Dumoulin. Waar hij vorig jaar met materiaalpech kampte en gefrustreerd rondreed in Abu Dhabi, was hij dit keer bijna afgestapt in de Ronde van de Verenigde Arabische Emiraten.[1]
     Bondscoach De Knegt verbaasde zich toen toch even. "Oh, dacht ik, het begint weer opnieuw. Maar Mathieu was technisch op de schuine kant duidelijk beter. Maar hij moest het wel even binnenrijden. Materiaalpech lag ook op de loer."[2]
  1.   Weblink bron “Dumoulin overstrekt zijn been in Emiraten: 'Hoop dat het herstelt'” (03-03-2019), NOS
  2.   Weblink bron “Wereldkampioen Van der Poel: 'Ongelooflijk, gewicht valt van m'n schouders'” (03-02-2019), NOS