• mas·sa·be·we·ging
enkelvoud meervoud
naamwoord massabeweging massabewegingen
verkleinwoord

de massabewegingv

  1. een voortgaan van een grote groep mensen
     Hij was zich ervan bewust dat hij contact had met de drijvende krachten achter deze enorme massabeweging, waarvan hij zich in zijn regiment een klein, nederig en nietig onderdeeltje voelde.[2]
  2. (politiek) politieke beweging waar veel mensen aan deelnemen
     Via het stellen van vragen konden de Amerikaanse betogers 'leren' van hun Egyptische voorgangers. Veel vragen gingen over het organiseren en op de been brengen van een massabeweging en het verdedigen van de boodschap.[3]
  3. (geologie) het transport van materiaal onder invloed van de zwaartekracht verstaan
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3.   Weblink bron
    Harrie van Veen
    “Bijzonder bezoek bij Wall Street” (25-10-2011), NOS