• mar·gi·na·li·sa·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord marginalisatie marginalisaties
verkleinwoord

de marginalisatiev

  1. van een groep dat deze niet behoort tot de dominante meerderheid terwijl ook de onderlinge samenhang beperkt is
    • De PvdA begon. Ze werd verpletterd bij de verkiezingen en bleef afzijdig in de formatie. Toch eiste Asscher dat het demissionaire kabinet op Prinsjesdag extra geld voor basisschoolleraren vrijmaakte – anders zou Rutte II klappen. Een ex-machtspartij die de eigen marginalisatie negeert. [1] 
    • Een donkere redacteur van TMZ zei dat Kanye duidelijk niet had nagedacht over zijn woorden. "Je mag geloven wat je wil, maar er zijn feiten en wat je zegt, heeft gevolgen in de echte wereld", zei hij. "Jij maakt muziek en bent een artiest maar wij, de rest van de samenleving, kampen nog steeds met marginalisatie als gevolg van 400 jaar slavernij waarvan jij zegt dat het een keuze was. Ik ben teleurgesteld en ontzet." [2] 
    • Maar het échte issue in Salzburg was verdere Europese integratie na de Brexit. Frankrijk en Duitsland werken daar keihard aan. De Tsjechen en Slowaken willen aanhaken. Niet uit eurofilie, maar omdat het alternatief erger is: splendid isolation, en permanente marginalisatie aan de rand van Europa. [3] 
88 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]
  1. NRC Tom-Jan Meeus 31 augustus 2017 Onze onverdraaglijk kleine politiek leiders
  2. De Telegraaf 02 mei 2018 Kritiek op Kanye West na slavernij-uitspraak
  3. NRC Caroline de Gruyter 26 augustus 2017 Iedereen wordt Europeser door Brexit
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be