manipel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  manipel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ma·ni·pel

Woordherkomst en -opbouw

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	manipel	manipels
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de manipel m

1. (religie) een strookvormige doek die tijdens het celebreren van de Mis aan de linkerarm wordt gedragen
2. (militair) oude Romeinse legereenheid

Verwante begrippen

• liturgie

Gangbaarheid

• Het woord manipel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "manipel" herkend door:

21 %	van de Nederlanders;
24 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.