maniakaal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ma·ni·a·kaal
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | maniakaal | maniakaler | maniakaalst |
verbogen | maniakale | maniakalere | maniakaalste |
partitief | maniakaals | maniakalers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
maniakaal
- als van een maniak
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord maniakaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "maniakaal" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ maniakaal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be