Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mai·ze·na·pud·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maizenapudding maizenapuddingen
verkleinwoord maizenapuddinkje (maizenapuddinkjes)

Zelfstandig naamwoord

de maizenapuddingv / m

  1. (voeding) nagerecht gemaakt door een mengsel van maiszetmeel, melk en suiker te verwarmen en weer af te koelen
    • Dus maken we nn een mooie zachte maizenapudding met ei en vanillesuiker en als een dichte krans de gare abrikozen (koud) er omheen. [2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen