maiswortel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: maiswortel (hulp, bestand)
- IPA: /ˈmɑjswɔrtəl/
Woordafbreking
- mais·wor·tel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mais en wortel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maiswortel | maiswortels |
verkleinwoord | maisworteltje | maisworteltjes |
Zelfstandig naamwoord
de maiswortel m
- deel van de maisplant dat onder de grond zit
- Door middel van hoogtechnologische technieken brengen we de bacteriesoorten in kaart die de maiswortel in bepaalde bodemtypes binnendringen en nauwe wisselwerkingen met de plantenwortel aangaan. [1]
Synoniemen
- maïswortel (andere uitspraak)[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'maiswortel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.